Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom ook, [26]terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik [27][dezen] geslachte verkondige Uw [28]arm, alle [29]nakomelingen Uw [30]macht. 26. Of, tot den ouderdom en de grijsheid toe. Zie van dergelijk gebruik van het Hebreeuwse woord Job 1:18. 27. Dat is, den mensen, die nu tezamen leven. Zie hfdst.12 vs.8. 28. Dat is, uwe macht, gelijk het de profeet zelf terstond verklaart. 29. Hebr. [die] komen zal. 30. Die Gij toont in mij te verlossen en mijne vijanden te verdelgen.